Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook nam de overste der trawanten [25]Seraja, den [26]hoofdpriester, en [27]Zefanja, den [28]tweeden priester, en de drie dorpelbewaarders. 25. Deze is geweest de zoon van Azaria, die de zoon was van Hilkia, 2 Kron.6:13,14, die het wetboek in den tempel vond, boven, hfdst.22 vs.8. Seraja's zoon was Ezra, wiens boek wij onder de boeken des Ouden Testaments hebben, Ezra 7:1. 26. Hebreeuws, den priester het hoofd, of die het hoofd was; dat is, de eerste, of de voornaamste en opperste, te weten, der priesters. Alzo 2 Kron.26:20, en 2 Kron.31:10; Ezra 7:5. 27. De zoon van Maaseja, Jer.21:1, een ander dan Zefanja den profeet, die was de zoon van Chusi, Zef.1:1. 28. Zie Num.3:32, en 1 Kon.4:4.